Gepubliceerd: 22 juli 2021
Naar het oordeel van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) voldoen beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen, waarin een (onherroepelijk) aanbod tot het verzekeren van uitloop op de beëindigingsdatum is opgenomen, niet aan de VAO/NVKS-eisen. Beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen voldoen namelijk ten minste aan de vereisten als de uitlooprisico’s gedurende minimaal twee jaar zijn gedekt.
Maar kunnen beroepsaansprakelijkheidsverzekeraars wel aan deze eisen voldoen? Is er bijvoorbeeld voldoende rekening gehouden met de verschillende scenario’s van beëindiging?
Senior Acceptant Beroepsaansprakelijkheid Matthijs de Meyere beschrijft in onderstaand artikel waarom het niet in alle gevallen mogelijk of wenselijk is, vanuit het perspectief van zowel de verzekeraar als het accountantskantoor, om bij beëindiging van de verzekering een uitloopdekking te krijgen.
Auteur: Matthijs de Meyere
Op 24 augustus 2020 deed de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) een oproep aan haar leden om de dekking van hun beroepsaansprakelijkheidsverzekering onder de loep te nemen en dan met name op het punt van de uitloopdekking.
De NBA heeft gemerkt dat er beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen zijn die niet geheel voldoen aan de geldende eisen. Die eisen zijn terug te vinden in de Verordening Accountantsorganisaties (VAO), artikel 12 en de Nadere Voorschriften Kwaliteitssystemen (NVKS), artikel 15.
De oproep van de NBA kort en goed samengevat; zorg bij het afsluiten van de verzekering voor een gegarandeerde uitloopdekking voor de duur van tenminste twee jaar die in alle gevallen van beëindiging van de verzekering intreedt. Naar het oordeel van de NBA voldoen verzekeringen, waarin een (onherroepelijk) aanbod tot het verzekeren van uitloop op de beëindigingsdatum is opgenomen, niet aan de VAO/NVKS-eisen.
Kort na deze oproep volgde een nuancering door de NBA. Het beëindigen van een lopende verzekering vanwege een overstap naar een andere verzekeraar wordt gezien als oversluiten. In dat geval kan, gesteund door de VAO en de NVKS, worden volstaan met het regelen van een inloopdekking op de nieuwe (opvolgende) verzekering. Die inloopdekking moet dan wel recht doen aan de situatie van voor het oversluiten.
De eisen
Onderaan dit artikel zijn de volledige bepalingen, ten aanzien van de verzekeringseisen, van de VAO en NVKS opgenomen. In het kader van dit artikel zijn de volgende passages van belang:
(omdat de bepalingen inhoudelijk niet van elkaar afwijken, is hier alleen de bepaling van de NVKS opgenomen).
NVKS – artikel 15
De beroepsaansprakelijkheidsverzekering, bedoeld in het eerste lid, voldoet ten minste aan de volgende vereisten:
(…)
f. de inloop- en uitlooprisico’s zijn gedurende ten minste twee jaren gedekt;
In de toelichting bij dit artikel staat het volgende:
Het accountantskantoor dient ervoor te zorgen dat de inloop- en uitlooprisico’s gedurende ten minste twee jaren zijn gedekt. Dit houdt in dat werkzaamheden die zijn verricht in de twee jaren voorafgaand aan het sluiten van de verzekering en op het moment van afsluiten nog niet tot claims hebben geleid, ook verzekerd zijn. Daarnaast dient de verzekering dekking te bieden voor claims ingediend binnen twee jaar na het einde van de verzekering die verband houden met werkzaamheden die verricht zijn tijdens de verzekeringsperiode. Het soort werkzaamheden en andere relevante omstandigheden kunnen ertoe leiden dat een langere termijn voor het inloop- en/of uitlooprisico noodzakelijk is. De termijn van twee jaren is daarom een minimumeis.
De oproep van de NBA heeft ertoe geleid dat wij sindsdien zeer regelmatig vragen kregen over de wijze waarop de in- en uitloopdekking voor accountants is geregeld in onze voorwaarden. Dat er vanuit de NBA aandacht wordt gevraagd voor dit onderwerp juichen wij alleen maar toe. De oproep gaat mijn inziens voorbij aan de manier waarop de markt dit risico pleegt af te dekken. Niet in alle gevallen is het mogelijk om bij beëindiging van de verzekering een uitloopdekking te krijgen.
Het is ook maar de vraag of het accountantskantoor is geholpen met een uitloopdekking die beperkt is in tijd. Een dekking voor het inlooprisico op de opvolgende beroepsaansprakelijkheidsverzekering is een meer voor de hand liggende oplossing.
Ook de opmerking dat een onherroepelijk aanbod een onvoldoende waarborg is, wordt door mij niet volledig gevolgd. Wellicht is de vrees dat het accountantskantoor niet bereid is om de verschuldigde premie te voldoen? Om in aanmerking te komen voor een (doorlopende) verzekeringsdekking rust op het accountantskantoor al de verplichting om de premie tijdig te voldoen. De verzekeringsplicht zoals opgenomen in de VAO/NVKS zou hiervoor toch voldoende stok achter de deur moeten zijn.
Of is men bang dat het onherroepelijke aanbod, doet de situatie zich voor, wordt vergeten? Gezien de omstandigheden (op basis van onze polisvoorwaarden) waarin dit onherroepelijke aanbod zich voordoet, ligt hier in eerste instantie een taak bij verzekeraar om dit aanbod kenbaar te maken. Ook voor de assurantietussenpersoon/ makelaar ligt hier een verantwoordelijk en in de laatste plaats ook bij het accountantskantoor.
Zoals hiervoor al opgemerkt is een inloopdekking op de opvolgende beroepsaansprakelijkheidsverzekering de voor de hand liggende oplossing. Daarbij is het niet ondenkbaar dat er door de opvolgende verzekeraar een, al dan niet kosteloze, dekking wordt aangeboden voor het inlooprisico. Het aanbieden van een kosteloze inloopdekking vanwege de aanwezigheid van een verzekeringsverleden begint onderhand een marktgebruik te worden. Dit geldt in ieder geval binnen de beroepsgroepen waarvoor een verzekeringsplicht geldt.
Bij Markel bieden wij deze dekking aan binnen al onze voorwaarden. Indien er sprake is van een aansluitend verzekeringsverleden bieden wij deze dekking kosteloos aan.
Hierbij is het van belang om op te merken dat de (inloop) dekking bij Markel wordt toegerekend naar het moment dat de aanspraak tijdens de verzekeringsperiode is ingesteld tegen een verzekerde of het moment dat een omstandigheid bij ons wordt gemeld. Voor de omvang van de dekking en wie een beroep op de polis toekomt, zijn de voorwaarden en condities van onze polis leidend. Tevens dient voor het oversluiten van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering een gedegen omstandighedenonderzoek plaats te vinden waarbij de uitkomsten worden gedeeld met zowel de oude als de nieuwe verzekeraar. Dit om te voorkomen dat de nieuwe verzekeraar dekking weigert (bekende omstandigheid/aanspraak van voor de ingangsdatum) en er op de oude verzekering geen beroep meer kan worden gedaan (melding na de verzekeringsperiode).
De uitloopdekking van Markel
In de markt van beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen bieden verzekeraars een variëteit aan van al dan niet standaard uitloopdekkingen die al dan niet kosteloos worden aangeboden. Met enige zekerheid kan worden gesteld dat er op dit moment geen verzekeraar is die in alle gevallen van beëindiging van de verzekering een vooraf overeengekomen en kosteloze uitloopdekking biedt voor de duur van tenminste twee jaar.
Gebruikelijk is de dekking van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering gebaseerd op het (beperkte) claims-made principe. Als voorwaarde voor dekking geldt dat de aanspraak binnen de verzekeringsperiode tegen een verzekerde moet zijn ingesteld en binnen de verzekeringsperiode moet worden gemeld bij de verzekeraar. Er is sprake van een beperkte claims-made dekking indien ook bepaald is dat de beroepsfout tijdens de verzekeringsperiode moet zijn begaan.
Een nameldingsperiode is ervoor bedoeld om verzekerde de mogelijkheid te bieden om een aanspraak die tijdens de verzekeringsperiode tegen hem is ingesteld te melden na de einddatum van de verzekering. In onze voorwaarden is een periode van vier maanden opgenomen voor het doen van een namelding. Deze periode kan tot de langste in de markt worden gerekend.
Uit de hiervoor beschreven dekkingssystematiek volgt automatisch dat een aanspraak die na de einddatum van de verzekering tegen een verzekerde is ingesteld in beginsel niet voor dekking in aanmerking komt. Die aanspraak is dan alleen gedekt indien er in de voorwaarden of via een clausule bepalingen zijn opgenomen over het uitlooprisico.
Dat uitlooprisico treedt in bij twee situaties;
De oneigenlijke uitloop gedurende de verzekeringsperiode
Het eerste punt is een in mijn ogen onderbelicht onderwerp en komt ook niet aan de orde in de VAO/NVKS. Vandaar dat ik dit eerst zal behandelen. Deze uitloop ziet op tussentijdse uittreders. Dit laat zich het beste uitleggen aan de hand van een voorbeeld.
Accountantskantoor XXX VOF heeft zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekering bij Markel ondergebracht. Op enig moment besluit vennoot X om de vennootschap te verlaten. Bij alle verzekeraars, zo ook bij Markel, worden vennoten van verzekeringnemer automatisch gerekend tot de kring van verzekerden. Voor oud-vennoten geldt dat niet per definitie.
Vanaf het moment dat vennoot X niet meer behoort tot de vennootschap, is hij strikt genomen ook geen verzekerde meer onder de polis. Zou hij dan worden aangesproken voor een beroepsfout gemaakt tijdens de verzekeringsperiode (inclusief een eventuele inloopperiode en tot het moment van verbondenheid aan de vennootschap) dan komt hem geen beroep op de verzekering toe.
Dat is een – naar onze mening – nogal onwenselijke situatie. Vandaar dat wij in onze voorwaarden het begrip ‘verzekerden’ hebben uitgebreid met ‘voormalig verzekerden’. De oud-vennoot komt dan gedurende de verzekeringsperiode (inclusief een eventueel overeengekomen uitloopperiode) toch een beroep op de polis toe. Zou de vennootschap verzekerd zijn bij een andere verzekeraar die het begrip ‘voormalig verzekerden’ niet in zijn voorwaarden heeft staan, dan staat vennoot X mogelijk in de kou. Een verzekeraar is immers niet gehouden om op te komen voor belangen die niet zijn gedekt onder de verzekering.
De eigenlijke uitloop bij beëindiging van de verzekering
Voor een goed begrip van de eigenlijke uitloop bij beëindiging van de polis is het van wezenlijk belang om onderscheid te maken tussen de verschillende oorzaken van beëindiging van de verzekering. Afhankelijk daarvan is i) er standaard uitloop die kosteloos is of ii) er een onherroepelijk aanbod tegen een vast percentage van de jaarpremie of iii) het niet mogelijk om een uitloopdekking te verkrijgen.
In onze voorwaarden maken wij onderscheid tussen de hierna volgende opzegmogelijkheden voor ons als verzekeraar, voor de verzekeringnemer, maar ook in geval van een automatisch einde van de verzekering:
Staking activiteiten / overlijden verzekeringnemer
De polis voorziet in een automatische en kosteloze uitloopdekking voor de duur van twee jaar bij staking van de activiteiten dan wel overlijden van verzekeringnemer. Het is mogelijk om de duur van de uitloopdekking, tegen een aanvullende premie, te verlengen. Een dergelijke beoordeling vindt plaats op/tegen de einddatum van de verzekering.
Opzegging door verzekeraar
Eindigt de verzekering, als gevolg van opzegging door verzekeraar tegen de einddatum van de verzekering, dan geldt een onherroepelijk aanbod tot het verzekeren van een uitloopdekking voor een periode van twee jaar. Hiervoor is een eenmalige premie verschuldigd van 45% van de laatste jaarpremie.
Het staat verzekeringnemer vrij om dit aanbod al dan niet te aanvaarden. Ook hier geldt dat inloop regelen op de opvolgende beroepsaansprakelijkheidsverzekering de voor de hand liggende oplossing is. Anders gezegd; in het geval een accountantskantoor bij ons een verzekering aanvraagt nadat hij geconfronteerd is met een opzegging door zijn verzekeraar (denk hierbij aan de recente terugtrekking van Nationale Nederlanden uit de markt van beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen voor accountants) dan zou mijn devies zijn het uitlooprisico als inlooprisico te verzekeren op de opvolgende polis.
In alle andere gevallen van beëindiging van de verzekering is er geen sprake van een standaard uitloopdekking of van een onherroepelijk aanbod.
De ratio hierachter laat zich in bepaalde gevallen wel raden. Hieronder zal ik dat nader uiteenzetten.
(Tussentijdse) opzegging door verzekeringnemer of weigering aanpassing
Bij een (tussentijdse) opzegging door verzekeringnemer vanwege een overstap naar een andere beroepsaansprakelijkheidsverzekering, of indien verzekeringnemer niet instemt met een door ons aangekondigde aanpassing van de premie en/of voorwaarden, ligt het voor de hand om de uitloopdekking via een inloopdekking af te dekken op de opvolgende verzekering. Zoals al eerder uiteengezet is dit ook een mogelijkheid die de meeste beroepsaansprakelijkheidsverzekeraars (kosteloos) aanbieden.
Wanbetaling
Wanneer verzekeringnemer de verschuldigde premie niet voldoet waardoor de verzekering in eerste instantie wordt geschorst en uiteindelijk, in het geval betaling uitblijft, door ons als verzekeraar wordt opgezegd; in hoeverre is het dan ‘logisch’ dat er na beëindiging van de verzekeringsovereenkomst een verplichte uitloopdekking tot stand komt? Een van de basisbeginselen van het verzekeringsrecht (7:925 BW) is dat de verzekeraar tegen het genot van de premie zich verbindt tot het doen van een of meer uitkeringen. Vindt er geen premiebetaling plaats dan stopt de dekking en komt er toch zeker geen nieuwe dekking tot stand.
Faillissement
Het primaire doel van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering is het beschermen van het vermogen van verzekerden tegen aanspraken van derden als gevolg van een beroepsfout. Bij een faillissement valt dat doel weg. Vandaar dat wij in geval van faillissement geen standaard uitloopdekking bieden.
Na melding / opzettelijk onjuiste gegevens
In het bijzondere geval dat wij overgaan tot een tussentijdse opzegging van de verzekering
• indien in geval van schade opzettelijk onjuiste gegevens zijn verstrekt
• na melding van een aanspraak/omstandigheid
Allereerst moet worden opgemerkt dat wij zeer terughoudend omgaan met ons hiervoor beschreven opzegrecht. Na een schade (of meerdere schades) ontstaat een natuurlijk moment voor beide partijen om te evalueren. Daar kunnen een heleboel omstandigheden bij worden afgewogen, zoals de aard van de schade(s), medewerking/ samenwerking bij afwikkeling van schade etc..
Misleiding / opzettelijk onjuiste gegevens
Laten we uitgaan van de situatie dat verzekeringnemer zijn precontractuele mededelingsplicht heeft geschonden en dat bewust heeft gedaan om zo een verzekeringsovereenkomst tot stand te laten komen. Daaraan voegen we toe dat wij (de verzekeraar) bij kennis van de ware stand van zaken de verzekering in het geheel niet zouden hebben gesloten. Laten we er gemakshalve vanuit gaan dat wij hierbij handelen als een redelijk handelend verzekeraar. In hoeverre is het dan ‘logisch’ dat er na beëindiging van de verzekeringsovereenkomst een verplichte uitloopdekking tot stand komt?
Afsluiting
Dit artikel begon met de vraag wanneer een beroepsaansprakelijkheidsverzekering voldoet aan de eisen die gelden op grond van wet- en regelgeving. Hierboven is uiteengezet dat dit niet in alle situaties mogelijk of wenselijk is zowel vanuit het perspectief van de verzekeraar maar ook niet vanuit het accountantskantoor.
Ik zou de volgende aanbeveling willen doen: in de hierboven beschreven situaties waarin de verzekering eindigt, maar het accountantskantoor blijft bestaan, dient het uitlooprisico als inlooprisico op de opvolgende beroepsaansprakelijkheidsverzekering te worden geregeld. De dekking voor het inlooprisico moet dan worden afgestemd op de situatie van voor het oversluiten.
Wellicht kan de NBA het gesprek aangaan met verschillende verzekeraars (en andere stakeholders) om tot een passende oplossing te komen, hierbij is men uiteraard ook van harte welkom bij Markel.
Markel werkt uitsluitend via intermediair