Gepubliceerd: 16 mei 2024
In 2021 publiceerde Markel een artikel waarin het risico van onderverzekering onder de loep werd genomen. In dat artikel ging het met name om de vraag wat concreet kan worden gedaan om dit risico te voorkomen. Het artikel eindigde met een reeks praktische aanbevelingen voor de assurantietussenpersoon. Anno 2024 moet worden geconstateerd dat onderverzekering nog steeds vaak voorkomt en in de praktijk spreekt de verzekerde daarvoor veelal zijn assurantietussenpersoon aan. Reden voor Markel om het risico van onderverzekering opnieuw onder de aandacht te brengen.
Onderverzekering en de nadelige gevolgen ervan
Er is sprake van onderverzekering als de verzekerde som lager is dan de daadwerkelijke waarde van het verzekerd belang. Dit deed zich bijvoorbeeld voor in een zaak uit 2021 van de Rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2021:3871). In die zaak had de verzekerde zijn woning laten verzekeren door tussenkomst van een assurantietussenpersoon. Op basis van de ingevulde herbouwwaardemeter werd de herbouwwaarde van de woning vastgesteld op € 180.000. Na een brand in de woning bleek echter dat de daadwerkelijke inhoud daarvan niet 375 m3 was (zoals in de herbouwwaardemeter was ingevuld), maar 417,94 m3. Hierdoor was sprake van onderverzekering. In zulke gevallen kan de verzekeraar op basis van de polisvoorwaarden en/of artikel 7:958 lid 5 BW ervoor kiezen om een lager bedrag uit te keren dan het daadwerkelijke schadebedrag. De schade wordt dan vergoed naar rato van de mate van onderverzekering.
Voor de verzekerde zijn de nadelige gevolgen van onderverzekering evident: vaak krijgt hij zijn schade niet volledig vergoed. De verzekerde zal vervolgens kijken naar de oorzaak van die onderverzekering, welke oorzaak veelal gevonden wordt in vermeende schending door de assurantietussenpersoon van zijn zorgplicht.
De zorgplicht van de assurantietussenpersoon
Maar wat houdt die zorgplicht in? Voor de zorgplicht van de assurantietussenpersoon heeft de standaardoverweging van het Brals/Octant-arrest als uitgangspunt te gelden (ECLI:NL:HR:2003:AF0122):
‘’Een assurantietussenpersoon dient tegenover zijn opdrachtgever de zorg te betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot mag worden verwacht. Het is zijn taak te waken voor de belangen van de verzekeringnemers bij de tot zijn portefeuille behorende verzekeringen.’’
Hoe wordt deze (in algemene bewoordingen geformuleerde) zorgplicht in de rechtspraak ingevuld? De assurantietussenpersoon is de deskundige en moet dus zorgen dat de verzekerde goed verzekerd is. In het kader van herbouwwaarde geldt in ieder geval dat de assurantietussenpersoon zich ervan dient te vergewissen dat de herbouwwaarde van een verzekerd pand juist wordt vastgesteld. Daarnaast dient de assurantietussenpersoon met de verzekerde het risico van onderverzekering te bespreken en wat daarvan de gevolgen kunnen zijn. Dat moet ook als de verzekerde zelf niet meewerkt aan het invullen van een herbouwwaardemeter. De verzekerde moet in ieder geval weten wat daarvan de gevolgen kunnen zijn.
Al zou de verzekerde zijn bedrijfspand door een deskundige laten taxeren of de herbouwwaardemeter correct invullen, dan nog blijft het risico van onderverzekering op de loer liggen. Onderverzekering kan namelijk ook tijdens de looptijd van de verzekering ontstaan, bijvoorbeeld door prijsstijgingen of door wijzigingen aan het pand. Daarom is het voor de assurantietussenpersoon van belang om hierover met de verzekerde periodieke controlegesprekken te voeren. Ook in die gesprekken dient de assurantietussenpersoon de verzekerde steeds nadrukkelijk te wijzen op het risico van onderverzekering en de mogelijke nadelige gevolgen ervan.
In een polis kunnen bepalingen staan waardoor er in principe geen sprake kan zijn van onderverzekering, de zogenaamde garantie tegen onderverzekering. Door een dergelijke garantie kan de verzekeraar geen beroep doen op onderverzekering. Een garantie tegen onderverzekering leidt dus in beginsel tot volledige schadevergoeding. Echter, veelal zal een dergelijke garantie bepaalde voorwaarden bevatten waaraan de verzekerde moet voldoen, zoals het invullen van een herbouwwaardemeter. Het is aan de assurantietussenpersoon om periodiek te controleren of de verzekerde nog aan die voorwaarden voldoet.
Recente rechtspraak omtrent onderverzekering
Ondanks het bestaan van maatregelen die onderverzekering kunnen voorkomen of beperken, worden deze niet altijd door de assurantietussenpersoon getroffen waardoor onderverzekering nog altijd voorkomt en voor problemen zorgt. Hoe wordt recentelijk in de rechtspraak hierover geoordeeld?
Om te beginnen wordt teruggekomen op de eerder aangehaalde zaak uit 2021 (ECLI:NL:RBMNE:2021:3871). In die zaak stelde de rechtbank voorop dat de zorgplicht van de assurantietussenpersoon in het kader van herbouwwaarde mede inhoudt dat hij zich ervan moet vergewissen dat de herbouwwaarde van de woning juist wordt vastgesteld. In die zaak overwoog de rechtbank dat de assurantietussenpersoon ‘geen genoegen had mogen nemen met de enkele vermelding van het totaal aantal m3 in een verkoopbrochure of taxatierapport’.
De assurantietussenpersoon had de verzekerde ‘in ieder geval […] moeten waarschuwen welke mogelijke gevolgen het verkeerd invullen van de herbouwwaardemeter heeft’, zo oordeelt de rechtbank.
Een andere interessante uitspraak is van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uit 2022 (ECLI:NL:GHARL:2022:8350). In die zaak had de verzekeraar in zijn offerte oude waardes opgenomen, terwijl de assurantietussenpersoon wel nieuwe en hogere bedragen aan de verzekeraar had doorgegeven. De verzekering werd uiteindelijk afgesloten op basis van de offerte en dus de onjuiste waardes. Na een brand bleek de verzekerde som aanzienlijk lager te zijn dan de ontstane schade. Het gerechtshof oordeelde dat de assurantietussenpersoon zijn zorgplicht had geschonden en overwoog daartoe – kort gezegd – dat het voor de assurantietussenpersoon op zijn weg lag om de verzekerde te wijzen op het feit dat de verzekeraar ten onrechte onjuiste bedragen in de offerte had opgenomen. Het Gerechtshof overweegt:
“Voor [naam2] had evident moeten zijn dat het risico op onderverzekering bestond als de waardes uit de oude verzekering onder deze omstandigheden zonder nader onderzoek zouden worden overgenomen. Hij had dat risico daarom nadrukkelijk en indringend aan de orde moeten stellen.”. Dit arrest laat weer eens zien dat er hoge eisen worden gesteld aan de zorgplicht van de assurantietussenpersoon.
Aanbevelingen voor de praktijk
De zorgplicht van een assurantietussenpersoon ter voorkoming van onderverzekering reikt ver. De gevolgen van onderverzekering kunnen ook groot zijn voor een verzekerde. Het oude gezegde ‘’beter voorkomen dan genezen’’ gaat dan ook eens temeer op en is reden voor Markel om de assurantietussenpersoon – nogmaals – de volgende aanbevelingen te doen:
Auteur: Mustafa Sajjad is student-stagiaire bij Markel en heeft dit artikel in het kader van zijn stage bij Markel geschreven, natuurlijk in overleg met de schadeafdeling.
De informatie in dit artikel kan niet worden beschouwd als (juridisch) advies in welke vorm dan ook. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend.
Markel werkt uitsluitend via intermediair